Mongolië: van de grens met China tot Karakorum (Kharkhorin) 1860 km in 13 dagen.
We hadden geen idee wat voor wegen we konden verwachten in Mongolië. Volgens de landkaart zouden alleen een aantal wegen rond de hoofdstad Ulaanbaatar geasfalteerd zijn.
Dat ze in slecht zouden zijn was bekend maar hoe slecht? We waren verwend met de goede wegen in China. Zelfs de weg naar de grensovergang in Takshkent was geasfalteerd. Ook in Mongolië begon het goed met een 20 km geasfalteerde weg door het "Bulgan Gol Nature Reserve". Maar dat was tegelijk het laatste asfalt dat we tot nu toe gezien hebben.
We hadden nog geen route door Mongolië uitgestippeld omdat we eerst eens wilde zien hoe de wegen waren en kilometers we dagelijks zouden kunnen rijden. Het plan was om via de kortste weg op de doorgaande route te komen die de steden in het zuiden met elkaar verbindt. Om op deze weg te komen hadden we vanaf de grens drie dagen nodig voor de afstand van 400 km met een gemiddelde snelheid van 17 km/uur. Dit geeft wel aan hoe slecht de wegen zijn. Maar wat ons nog meer verbaasde was dat deze verbindingsweg slechter was dan de wegen tot dan toe. Dit was de reden dat we al 20 km op de doorgaande route hadden gereden zonder het door te hebben. Eigenlijk is het woord "weg" niet van toepassing zoals wij het kennen. Je rijdt niet over een weg maar een hoefpad, karrenspoor of beter gezegd jeepspoor.
De wegen / sporen zijn onverhard en het wegdek hangt af van de plaatselijke ondergrond. Het is soms zand, grond, rotsen, keislag of een combinatie hiervan. Dikwijls heeft de weg een "wasbord" oppervlak, dat wel heel funest is voor de Campers. Als het "wasbord" je verrast heb je het gevoel dat de hele Camper uit elkaar rammelt. Gelukkig is er weinig verkeer en heb je nog al eens de kans om de slechtste stukken te mijden. De breedte van de wegen is ook heel bijzonder in Mongolië. Soms is de weg net breed genoeg voor één voertuig. Maar het komt ook voor dat een weg bestaat uit 10 – 15 sporen naast elkaar en als geen van de sporen je bevalt, kan je vaak ook nog je eigen spoor maken. Zodoende zijn er soms wegen die wel 500 m breed zijn.
Ondanks de slechte wegen is het een geweldige ervaring om zelf door Mongolië te rijden.
Het landschap, de ongereptheid en de vergezichten zijn heel bijzonder. Lonely Planet noemt het "lege landschappen" in de reisgids en dat klopt. Je ziet bijna geen mensen en je kunt soms uren rijden zonder iemand tegen te komen. In dit grote land (bijna 40 keer zo groot als Nederland)wonen slechts 2,9 miljoen mensen. De helft hier van zijn nomaden en leven in ronde tenten die yurts of gers worden genoemd. http://nl.wikipedia.org/wiki/Yurt. De helft van de nomaden zijn zomer nomaden en wonen in de winter in hun dorp, maar ook dan meestal in hun yurt. De helft van de mongolen beschikt niet over zuiver drinkwater en 1/3 leeft onder de armoedegrens. Niet te min staat er bij bijna elke yurt een satelliet schotel (net als in Afrika bij elk hutje), een zonnepaneel en een motor. Als er meer dan 3 of 4 yurts bij elkaar staan hebben ze ook vaak een "Pool Table" buiten staan.
Het weer is tot nu toe zeer aangenaam geweest maar het was ook sterk afhankelijk van de hoogte. Overdag was het meestal heet maar de nachten waren koel. Boven de 2000 m. hebben we een paar keer temperatuur verschillen gehad op één dag van 35˚ C.
Wij hebben blijkbaar geluk gehad met het weer want een paar Zwitserse mountainbikers die in tegenovergestelde richting reden hadden al 10 dagen regen gehad. Dit was onderweg te zien aan de hoeveelheid modder en stenen op de weg en op één plaats was ook de brug weggeslagen waardoor we een pittige oversteek moesten maken door de rivier. In Karakorum ontmoetten we de gids van Rotel Tours, onderweg met hun rijdend hotel, die op het punt heeft gestaan om de tour door Mongolië af te breken omdat ze twee keer vast hadden gezeten in de modder en eruit gesleept moesten worden.
Tanken is elke keer weer een avontuur. In de dorpen is er meestal alleen maar benzine te krijgen omdat met uitzondering van zware vrachtwagens niemand op diesel rijdt vanwege de problemen met diesel in de strenge winters. In het begin herken je het tankstation ook helemaal niet. De pompen staan namelijk binnen in een klein huisje en de slang steken ze door een raampje. Een paar dagen geleden kwamen we bij pomp aan in een gehucht, die alleen maar benzine verkocht. De man maakte duidelijk dat hij ons naar de dieselpomp kon brengen. Hij stapte bij mij in en verzocht mij te stoppen bij een tent. Maar ik zag geen dieselpomp. Even later komt er een vrouw naar buiten die ook bij mij in de Camper stapte. Ze hadden alle twee een geldtas om. Hij wees op de tas van de vrouw en zei "diesel". Toen gebaarde hij mij om hem terug te brengen naar zijn pomp waarna de vrouw de weg wees naar haar pomp aan de andere kant van het gehucht. Het pompen gaat nog met de hand en aan haar armen te zien, had ze regelmatig klanten. Na getankt te hebben heb ik haar weer naar huis gebracht.
Zonder GPS ben je verloren in Mongolië en met GPS soms ook. Er staan zelden richtingaanwijzers en als ze er staan moet je ze ook nog kunnen lezen. De weg vragen stuit ook op problemen. Eerst moet je iemand zien te vinden, je kunt er uren rijden zonder iemand tegen te komen. Als je ten slotte iemand gevonden, hoe communiceer je dan als je geen Mongools spreekt. Je zou naar een plaatsnaam kunnen vragen neem b.v. Bulgan. In de streek waar wij doorreden waren vier plaatsen met de naam Bulgan. Je zou de kaart kunnen laten zien, maar in vele gevallen hebben de mensen nog nooit een kaart gezien. Dus op GPS rijden van waypoint (coördinaat) naar waypoint is de enige zinvolle oplossing. We hebben ook de beperking van GPS ervaren. We wilden van Darvi naar Shargan en de weg ging volgens de kaart een stukje door de bergen. In de bergen waren vele sporen en we kozen het verkeerde spoor, met gevolg dat we twee uur hadden gereden maar geen spoor meer konden vinden in de richting van Shargan. We besloten eerst maar te overnachten en de volgende dag maar weer verder te gaan. We wisten overigens precies waar we waren, we hadden de co-ordinaten en konden op de digitale kaart precies aanwijzen waar we waren. Maar dat helpt weinig om de weg door de bergen te vinden als er op die kaart niet de hoefpaden en Jeepsporen staan.
Later die avond kwamen Nomaden langs op de motor die vertelde ( wij begrepen alleen de gebaren) dat we niet verder moesten rijden omdat een stuk verder het pad ophield. Als we vier kilometer terug zouden rijden konden we de afslag vinden richting Shargan. Toen de volgende ochtend vier kilometer waren teruggereden waren er drie paden die we konden volgen. Het GPS gaf wel aan in welke richting Shargan lag en de afstand in vogelvlucht maar helpt je niet altijd om het juiste pad te kiezen, dat hadden we de vorige dag wel gemerkt. Er was toevallig een nomadentent in de buurt en de man was zo vriendelijk om ons op zijn paard de weg te wijzen. Hij reed zo ver mee tot we op het goede pad zaten.
Ook mijn Camper heeft de slechte wegen niet ongeschonden overleefd. Aan beide kanten is de bovenste bladveer gebroken. Aan één kant was de bladveer gebroken en dan uit de klemmen geraakt en tegen het chassis geslagen. Tijdens de noodreparatie door Hartmut, onze meereisende monteur, zag hij dat ook andere kant de bladveer gebroken was maar nog ingeklemd zat. Petje af voor Hartmut, in 2 1/2 uur had hij beide zijden zodanig gerepareerd, dat we de volgende dag weer verder konden rijden. De vraag is nu of we in Ulaanbaatar nieuwe bladveren kunnen kopen.
Het is eigenlijk wel te begrijpen dat er geen organisaties zijn die camperreisen door Mongolië aanbieden. Er is een Duitse firma die via Mongolië van China naar Rusland gaat. Maar deze organisatie zet de Campers bij de Chinese grens op de trein naar Ulaanbaatar. Een Nederlandse organisatie rijdt van Rusland over de geasfalteerde weg naar Ulaanbaatar and gaan dan verder met gehuurde jeeps.
vrijdag 4 juli 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten