Bij de grensovergang is het verschil in welstand tussen Iran en Pakistan gelijk duidelijk.
De faciliteiten aan de Iraanse kant zijn bijna zoals in Europa, terwijl de Pakistaanse beambten zijn ondergebracht in een aantal bouwvallige onderkomens. Op de overnachtingplaats bij de grens ontmoette we Ton en Anneke Vogelzang die op weg terug waren naar Nederland van een reis van zeven maanden naar India en Nepal ( www.tonenanneke.waarbenjij.nu ) We wisselende o.a. wat tips en ervaringen uit over het omgaan met diesel bij extreem lage temperaturen. Zij gaven ons ook een aantal nuttige tips voor onze reis door Pakistan en India.
Ton en Anneke kwamen vroeger dan gepland terug vanwege de Pakistaanse verkiezingen op 18 februari en om dezelfde reden hebben wij haast om door Pakistaan, India te bereiken.
De Pakistaanse verkiezen gaan meestal gepaard met grote onrust in het land met rellen en gewelddadigheden. Kort vóór en na de verkiezingen is het daarom beter niet in Pakistan te zijn. De eerste 1000km van onze reis gingen door de provincie Balochistan.
Deze provincie grenst aan Afghanistan en behoort volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken tot een van de minst veilige gebieden. Er is jammer genoeg bijna niet één veilig gebied meer sinds Washington of liever gezegd Bush begon “the war on terror”. Onze reis ging noodgedwongen ook via Quetta. Een stad die je moet mijden volgens het Ministerie en als je er toch moet zijn dan is het advies om dat door de lucht te doen. Een beetje moeilijk voor ons.
Evenals Iran doet Pakistan hun best om de buitenlandse toeristen te beveiligen.
Het eerste stuk van bijna 700 km, van de grens naar Quetta zijn veel politieposten en ongeveer om de honderd kilometer moeten de persoonlijke gegevens in een boek worden geschreven.
Waarschijnlijk is dit om te weten waar ze ongeveer moeten gaan zoeken als je tussen twee registratiepunten zoek raakt. Vanaf Quetta, over een afstand van ongeveer 400km naar het zuidoosten hebben we gewapende politiebegeleiding gehad. De politie wisselde elkaar af per regio. Deze afwisseling liep zo gesmeerd dat we er niet één keer voor hoefde te stoppen.
Het eerste team raakte we snel zoek. Bij het begin van de Kolpur pas raakte de politieauto in een slip en viel stil op een laag ijs. De politieagenten stegen uit en begonnen te duwen maar ook zij slipte terug. Dat is het laatste dat we van hun gezien hebben.
Tijdens het politie escorte, reden we bij de tolstations consequent door, zonder te betalen. Dit zijn we maar blijven doen, ook zonder de politie er bij. Ze probeerde soms wel kaartjes te verkopen maar als we doorreden namen ze een houding aan van: “nou ja, dat zal dan wel zo horen”.
Op weg van de grens naar Quetta kan je alleen maar gesmokkelde benzine kopen in 20 liter jerrycans. De prijs was 32 Rupee/liter. Of te wel 20 keer de prijs in Iran. Geen wonder dat er zo veel gesmokkeld wordt.
In Quetta stonden we bij een hotel op basis van gebruik van toilet en douche. Het restaurant zou om 20.30 uur open gaan als er gas geleverd zou worden, hetzelfde gold voor de warme douche. Later kwam het bericht dat er geen gas in Quetta meer te vinden was vanwege het uitzonderlijke koude weer de afgelopen weken. Toen we water gingen halen om de Camper op te vullen bleek er ook geen koud water meer te zijn. De receptie vertelde ons dat de koud water pijpen waren bevroren, of ze afgesloten waren om bevriezing te voorkomen. Toen we toch nog maar eens aan de warm water kraan draaide kwam er tot onze verbazing warm water uit. Nu moesten we de tank in de Camper helaas met warm water opvullen. Maar een plezierige bijkomstigheid was dat we nog konden douchen. Was er nu gas of geen gas?
Van Praag tot en met Quetta hebben we elke nacht vorst gehad en meestal heel strenge vorst. Global Warming? Al Gore moet dat idee eens proberen te verkopen in de landen die we tot nu toe bezocht hebben.
In Iran hadden de bussen voorrang bij het tanken, in Pakistan nemen de bussen voorrang op de weg. Ze nemen dit onder de herrie van hun tweetonige hoorns en wee-je-gebeente als je niet wegkomt, wat voor soort weggebruiker je ook bent. Als je het niet doet, dan bestaat de kans dat het de laatste keer dat je de tweetonige hoorn gehoord hebt.
Sardientjes hebben meer plaats in een blik dan mensen in een Pakistaanse bus. Maar als de bus vol is, heb je nog wel kans dat er plaats op dak is.
In de streken waar wij doorgereden zijn woonde geen vrouwen, althans we hebben ze niet gezien. Kinderen waren er genoeg dus misschien waren ze er toch wel.
In Iran, wat volgens de media, hun vrouwen onderdrukt, hebben we volop vrouwen o.a. zien winkelen. In pakistan hebben we alleen mannen zien verkopen aan mannen.
Pakistan is het land met de mooiste vrachtwagens. Ze zijn werkelijk uitzonderlijk en worden niet alleen heel hoog volgeladen maar ook veel te zwaar beladen.Vuilnisbakken kennen ze niet. We hadden al een paar dagen het vuil opgespaard en wilde er toch wel eens vanaf maar niet op de gebruikelijke Pakistaanse manier. Bij een benzinepomp vroegen we waar we het vuil konden laten. Hij wees naar de afscheidingsmuur met de buren en zij: “smijt her daar maar overheen, of geef het maar hier dan doe ik het wel” . We besloten de zak toch maar weer een keer terug in de Camper te zetten.
zaterdag 16 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hallo Ria en Anton. Reisverslag 7 en 8 heb ik gelezen en de foto's gezien. Geweldig wat jullie allemaal beleven en te zien krijgen. Met genoegen kijken wij weer naar jullie volgende belevenissen. Veel plezier en onze hartelijke groetjes Rien en Wieneke
Een reactie posten