Van Kashgar naar Ürümqi.
Onze route naar Ürümqi ging van Kashgar via de zuidelijke route om de Taklamakan woestijn naar Hotan, Minfeng en dan 550 km dwars door de woestijn naar het noorden. Vervolgens naar Turpan en verder naar Ürümqi.
Op weg naar Hotan wordt het zand en gruis af en toe afgewisseld door vruchtbare, groene oases. Aan water schijnt er dan plotseling geen gebrek meer te zijn.
De kwaliteit van de wegen was tot nu toe heel goed maar in de weg naar Hotan zaten vervelende golven waardoor de Campers behoorlijk op en neer gingen tot aan de aanslagen van de vering toe. Bij aankomst in Hotan zag Adolf dat zijn douchewand en kastjes 2 cm van de wand waren gekomen.
Tot onze verbazing was het tanken in China minder gemakkelijk dan verwacht. In de provincie Xinjiang heerst een plaatselijk gebrek aan dieselbrandstof, waardoor sommige pompen dicht zijn en andere je maar voor maximaal 100 of 200 yuan diesel verkopen. Dat is 10 of 20 Euro en de dieselprijs is, met Euro 0,50 per liter, ongeveer 1/3 van Nederland.
Hotan staat bekend om zijn Jade, dat plaatselijk in de Yurungkasch rivier wordt gewonnen.
Het winnen van Jade gebeurd op grote schaal 10 km buiten Hotan, maar ook in Hotan waren er nog een aantal gelukzoekers bezig om in de rivier tussen de stenen Jade te vinden. Wij hebben ook even ons geluk beproefd door een tijdje te graven. Hierdoor hadden we onze interesse in Jade getoond en werden we in korte tijd overvallen door mensen die hun vondsten te koop aanboden.
In Hotan zijn ook een aantal tapijtweverijen en één hiervan hebben we bezocht. In een slecht verlichte ruimte zaten vrouwen in rijen van 3 tot 5 achter de weefgetouwen met meestal ook een peuter er bij. De vrouwen worden niet per uur maar per vierkante meter betaald. Ze werken hier in hun zogenaamde vrije tijd als ze klaar zijn met hun werk op het land of als er geen werk op het land is zoals in de winterperiode.
De weg dwars door de woestijn naar het noorden is pas nieuw en staat op veel landkaarten nog niet aangegeven. Over de gehele lengte van 550 km staan op regelmatige afstanden pompstations om de struiken die men langs de weg geplant heeft van water te voorzien. De struiken zijn bedoeld om de weg zo veel mogelijk vrij te houden van zand. De laatste 50 km van de weg reden we regelmatig door een zandstorm. Het zand is zo fijn dat het in de Camper overal doordringt. Een paar keer was de storm zo erg en het zicht zo slecht dat we moesten stoppen.
Jitka had eens gezegd dat als ze kwaad is ze nog steeds van Duits op Czechisch overschakelt. Nou, dat hebben we deze week wel gemerkt bij een overnachtingplaats in de woestijn. Zodra we stopte, ging ze (zoals altijd) direct de Camper van binnen poetsen en zand vrij maken. Net toen ze klaar was kwam er een korte maar hevige zandstorm opzetten. Ze moest toen weer helemaal opnieuw beginnen. We hebben toen een aantal krachtige woorden gehoord, die we niet verstonden maar wel begrepen.
Bij het eerste gehucht na de weg door de woestijn stonden we even op een parkeerplaats, toen er ook een minibusje stopte met mannen en vrouwen van een jaar of 35. Eerst zaten ze wat te naar ons te kijken maar even later toen ik even zat te lezen stapte er op eens een vrouw de Camper in. Ze ging er weer snel uit toen ik duidelijk maakte dat ik hiervan niet gediend was. Even later begon opeens de Camper te schudden en ik wist gelijk wat er aan de hand was. Ik rende naar buiten en zag één de mannen boven op de ladder staan. Ik denk niet dat hij en de rest van het busje hebben verstaan wat ik zei maar ze hadden wel begrepen dat ze op moesten rotten!
In China moet je op vele wegen tol betalen. Bij het tolstation hebben ze altijd moeite om het tarief te bepalen voor onze vreemd uitziende auto’s. Hartmut had de gids bij zich en reed dus altijd voor op met zijn grote bak. Wij kregen het vermoeden dat zijn Camper maatstaf was voor wat de rest moest betalen. Deze aanname hebben we getest door mij als eerste met de kleinste Camper bij het tolstation aan te laten komen. En inderdaad het bleek dat in dat geval het tarief voor mijn Camper maatgevend was voor de rest van de groep. Je zult wel begrijpen wie er voortaan als eerste bij het tolstation aan moest komen rijden.
De meeste van de groep kunnen niet met stokjes eten en dan heb je in China een probleem. Zelfs als je om bestek vraagt, krijg je hooguit een lepel. Een reisgenoot merkte terecht op dat op borden langs de weg een restaurant wordt aangegeven, net als bij ons, met een lepel en een vork. Maar waarom hebben ze dan geen lepel en vork? Ze moeten in China dus eigenlijk de restaurants aangeven met twee gekruiste stokjes.
Er zijn in China veel, ja heel veel politiecontroleposten langs de weg. Meestal laten ze ons door. Alleen als er eentje bij is die wat Engels spreekt worden we aangehouden. Toen Josef met pech langs de weg stond kwamen we er achter dat er ook (geheime) militaire controles zijn. We stonden een half uurtje in de buurt bij een kantoorpark met onze vijf Campers toen er plotseling vijf militairen aankwamen met de mededeling dat dit militairgebied was en dat we direct door moesten rijden. Ze vertrokken weer toen het ze duidelijk was dat we met pech stonden. Zouden ze van één van de kantoren gebeld hebben of is er overal een permanente militaire bewaking?
Als je in de oase stad Turpan aankomt na honderden kilometer door een droge woestenij gereden te hebben doet de stad onwerkelijk aan. Dit gevoel wordt nog versterkt als je s’avonds naar een enorm groot en kleurrijk verlicht waterorgel ziet te kijken bij het spelen van de Radetski mars.
Het was erg heet in Turpan met 50˚ C in de zon en 40˚ C in de schaduw. We moeten nu het maximum temperatuur verschil dat we overleefd hebben verhogen van 71 naar 76˚ C. De lage vochtigheidsgraad zorgt er wel voor dat je de hoge temperatuur enigszins kan verdragen.
Turpan en naaste omgeving ligt 150 m onder zeeniveau en behoort tot één van de laagst gelegen plaatsen ter wereld.
De water toevoer naar de oase komt van smeltwater en bronwater van het Tian Shan gebergte. En stroomt door een 2000 jaar oud ondergronds kanaalsysteem naar Turpan. Het systeem is 2000 km lang en het water stroomt ondergronds om te vermijden dat bij de hoge temperaturen te veel water zou verdampen.
Rondom de stad maar ook in de stad groeien overal druiven. In de druivenvallei, even buiten Turpan, heeft bijna iedere wijnboer een restaurant waar je op een traditionele manier kan eten. En dat hebben we dan ook (liggend) gedaan.
Op 15 juni kwamen we in de provincie hoofdstad Ürümqi aan. En rijden 17 juni weer verder naar het noorden met de bedoeling om 18 juni de grens over te gaan naar Mongolië. We moeten vroeg op pad omdat vanaf 6.00 uur de straten afgesloten zijn i.v.m. de olympische fakkeloptocht. We rijden dan in 10-12 dagen naar de hoofdstad Ulaanbataar. We verwachten niet dat we telefoon of internet verbinding hebben tot we rond 30 juni in Ulaanbaataar aankomen
LAATSTE NIEUWS: We hebben zojuist (16 juni om 21.00 uur) opdracht gekregen om direct de stad te verlaten. Reden: we zijn een veiligheidsrisico voor de olympische fakkeloptocht.
maandag 16 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten