De Karakoram Highway van Islamabad (Pakistan) naar Kashgar (China)
Wij zijn 4 juni over de Chinese grens gegaan en 5 juni in Kashgar aangekomen.
Kashgar wordt ook wel geschreven als Kashi en Kaxgar en dit is geen uitzondering. Chinese plaatsnamen worden in de verschillende talen veelal anders geschreven.
De afstand van Islamabad naar Kashgar is 1280 km en hiervan reden we 1200 km over de Karakoram Highway (KKH). Hiervan waren 800 km in Pakistan en 400km in China. De grens van Pakistan met China ligt op de Khunjerab pas op 4730 m. Het is de hoogste pas ter wereld die voor het algemeen verkeer opgesteld is. De pas is sinds 1986 open voor toeristen, gedurende maximaal 6 maanden per jaar.
De KKH gaar door een gebied met bergen van meer dan 8000 m hoog, grote rivieren o.a. de Indus en de Hunza en geweldig natuurschoon. In dit gebied liggen veel landen op minder dan 250 km afstand van elkaar o.a. China, Pakistan, India, Afghanistan en Tajikistan.
De weg in Pakistan vergt veel van “mens en machine”. Doordat de weg geheel door de bergen gaat, mag je concentratie geen moment verslappen, vooral ook door de slechte toestand van de weg. Om bijvoorbeeld 200 km op één dag te rijden ben je ongeveer 10 uur onderweg bij een temperatuur van meer dan 40˚ C. De compensatie is dan, dat je door een geweldig landschap rijdt (hoewel om je heen kijken op de KKH met de nodige risico verbonden is) met een interessante cultuur. De schade aan de weg wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door aardverschuivingen waardoor enorme grote rotsblokken op de weg terecht komen. Op vele plaatsen is maar één rijbaan beschikbaar omdat het puin nog maar gedeeltelijk geruimd is. De Campers hebben door de slechte weg veel te lijden. Bij de Hartmut was zelfs de chassisbalk van zijn vrachtwagenonderstel gescheurd.
Langs de KKH wonen ook zeer verschillende volken. Het zijn bijna allemaal moslims maar er is een groot verschil in de beleving van het geloof. Tussen Besham en Gilgit zie je bijna geen vrouw op straat, zelfs niet gesluierd. Het lijkt wel of er alleen mannen wonen en je ziet de mannen dan ook met de kleine kinderen op hun arm op straat lopen. Veel mannen hebben hier meerdere vrouwen. De “top scorer” woont in Chilas en heeft 4 vrouwen en 45 kinderen.
In het Hunza dal daar en tegen lopen de vrouwen vrij en ongesluierd op straat. Hier is het ook de gewoonte dat de man maar één vrouw heeft.
Tijdens onze rit over de KKH hebben we niet veel tijd gehad voor bezichtigingen etc. omdat we een afspraak hadden met de Chinese organisatie om 4 juni over de grens te gaan. In Karimabad, een heel mooi gelegen dorp in het Hunza dal, bezochten we het “Baltit Fort”. Hunza was eeuwen lang een onafhankelijke staat en in dit Fort woonde gedurende 700 jaar de heersers (Mirs) van Hunza.
In Passu maakte we een pittige wandeling naar de Passu gletscher en een rondwandeling door het dorp onder begeleiding van de eigenaar van het restaurant waar we op de parkeerplaats overnachtten. We bezochten zijn ouderlijk huis, ontmoette zijn oma en opa en hadden de gelegenheid te zien hoe de mensen er woonden. In feite leven de mensen in één vertrek, hier wordt gekookt, gegeten en geslapen door iedereen, meestal de grootouders, ouders en kinderen.
Hoewel ze allemaal in één vertrek slapen, slapen de vrouwen en mannen aan tegenovergestelde zijden van het vertrek. Ik kon niet na laten te vragen hoe het dan mogelijk was dat vrouwen kinderen kregen. Het antwoord was dat ze ook nog een ander klein kamertje hadden.
Van Passu reden we naar Ost waar de Pakistaanse grensformaliteiten plaats vinden. Dit is in feite 90 km vóór de grens op de Khunjerab pas. Het Chinese immigratie en douane kantoor is 120 km over de grens in Tashkurgan. Het is wel heel merkwaardig dat de afhandeling van de twee landen 210 km van elkaar liggen. De grenscontrole door de Chinezen was heel omslachtig. De Campers werden b.v. vier keer geïnspecteerd en ook nog gedesinfecteerd.
Eerst werd er gecontrolerd of we smokkelwaar bij ons hadden. Daarna werd er gekeken of je vers fruit, groeten, melk en eieren bij je had. Toen kwam er een algemene inspectie gevolgd door de controle van de voertuiggegevens op een ander terrein.
Wij zeggen dat alle Chinezen op elkaar lijken en ik had wel eens gehoord dat zij dat ook van ons vinden, iets wat ik me nauwelijks voor kon stellen. Maar nu wel, want bij één van de vele controles van de paspoorten, kon een Chinees het verschil tussen Adolf en van Josef niet zien en nadat hij twee keer de foto's bekeken had gaf hij toch het verkeerde paspoort terug. Kort nadat we de grens over waren gegaan was er een Chinese controle post en kreeg ik voor de rit naar Tashkurgan een grenspolitieagent als bijrijder. Hij reed beslist niet mee om ons te beschermen maar meer om de staatsveiligheid zeker te stellen. Hij sprak geen woord Engels en verbaasde zich er over dat ik geen Chinees kende. Hij wist wel duidelijk te maken dat hij muziek wilde horen. Ik maakte hem duidelijk dat ik meer van mijn rust genoot dan van muziek. Even later bood hij me een sigaret aan met de bedoeling om in de Camper te roken. Ook nu moest hem teleurstellen. Hij verveelde zich blijkbaar stierlijk en kwam toen op het idee om naar de muziek op zijn telefoon te luisteren. Blijkbaar was het slaapmuziek want hij viel kort er na in slaap.
Het Chinese deel van de KKH is een perfecte weg en gaat grotendeels over een hoogvlakte waarvan de hoogte tussen 3200 en 4000 m ligt. Ook de overheidsgebouwen zien er allemaal perfect en pompeus uit. Maar de enorme investeringen in wegen en gebouwen passen eenvoudig weg niet bij de armoedige situatie waarin de plattelandsbevolking verkeerd.
vrijdag 6 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten