dinsdag 5 februari 2008

Reisverslag 5

We bereikte het Turkse grensstadje Dogubayazit op 1 februari.
De aanhoudende lage temperaturen van overdag maximaal -10˚C en het minimum door ons gemeten temperatuur van -26˚C, zorgen voor de nodige ongemakken.
De wegen in Turkije worden niet gepekeld en ze zijn bedekt met een harde ongelijke ijslaag, vol met gaten, die de sneeuwschuivers niet kunnen verwijderen.
Het rijdt als op een onverharde weg, vol met gaten en stenen en dat over een afstand van meer dan 1500km.
Een interessant verschijnsel is ook, dat zich overal steeds dikker wordende ijslagen aan de Camper opbouwen die zo hard zijn als beton. Dit is bijzonder vervelend als dat gebeurd in de wielkasten, waardoor de banden nog maar net vrijdraaien en de schokbrekers hun werk niet meer kunnen doen omdat de band dan tegen het ijs aankomt.
Bij een overnachting bij een moskee werden we gewaarschuwd dat het s’nachts tussen -25˚ en -30˚C zou vriezen. En dat, als we zeker wilde zijn dat we de Campers nog zouden kunnen starten, we de motor gedurende de nacht elke twee uur moesten starten en even laten lopen of eventueel de gehele nacht door laten draaien. Dit advies werd prompt opgevolgd omdat twee van onze reisgenoten twee jaar geleden ook in dit gebied hadden overnacht en niemand van de groep s’morgens zijn Camper had kunnen starten. De Imam van de moskee kwam die ochtend nog even langs nadat hij .zijn gelovigen en ook de ongelovigen in de omgeving had gewekt met zijn oproep tot gebed. Hij gaf ons een hand en wenste ons goede reis. Tenminste, we namen aan dat hij dat zei.
Verwarming heeft natuurlijk de hoogste prioriteit bij deze lage temperatuur. Het wordt wel heel lastig als je moet kiezen, zoals één van de reisgenoten moest doen, tussen een aangename temperatuur binnen en het starten van de motor de volgende ochtend.
Op weg naar de grens met Iran moesten we ook nog drie passen over van rond 2200m.
We hadden gedacht de nodige met ijs bedekte haarspeldbochten te moeten nemen zoals in de Alpen. Dit bleek gelukkig niet het geval te zijn omdat, op een paar steile stukken na, de weg geleidelijk omhoog loopt naar pashoogte. De steile en gladde stukken zorgde voor nogal wat werk voor de tractoren die langs de kant stonden. Ze hoopte natuurlijk dat zo min mogelijk auto’s de passen konden halen zonder hun hulp. Aangekomen in Dogubayazit moesten er nog belangrijke inkopen worden gedaan. Ria moest nog dusdanig aangekleed worden (vermomd), zodat ze de volgende dag Iran binnen zou mogen. Met enige tegenzin kocht ze, op advies, een veel te grote lange mantel, zodat vooral haar lichaamsvormen nicht meer zichtbaar zouden zijn. We moesten ook allemaal nog even wat inkopen doen in de lokale supermarkt. Hier was Mercy onze Keniaanse reisgenote plotseling het middelpunt van belangstelling en een bezienswaardigheid. De jonge dames in de supermarkt wilde allemaal met haar, onder grote hilariteit, op de foto. Later zei ze: “I don’t think that they have ever seen a black person over here”

Geen opmerkingen: